Naar hoofdinhoudNaar hoofdmenu

Toelichting bij de rekenkamerbrief HVC van 20 maart 2025

Op 20 maart 2025 heeft de rekenkamer Lelystad een brief aan de gemeenteraad gestuurd over de verbonden partij HVC. Deze brief is een eerste bestuurlijke verkenning op basis van openbare informatie. In de brief staan signalen en aandachtspunten ter voorbereiding op een toekomstig besluit over de samenwerking met HVC. De brief is nadrukkelijk geen afgerond rekenkameronderzoek, maar bedoeld als aanzet tot mogelijke verdieping of verdere analyse. Omdat deze brief geen nieuw feitenonderzoek bevat, maar gebaseerd is op eerder openbaar gemaakte en bestuurlijk besproken informatie, is geen afzonderlijk wederhoor toegepast. Dat is gebruikelijk bij verkennende rekenkamerbrieven. Mocht er aanleiding zijn voor verdiepend rekenkameronderzoek, dan wordt uiteraard wel hoor en wederhoor toegepast. Met deze toelichting geeft de rekenkamer meer uitleg bij enkele onderdelen van de brief.

Financiële risico’s voor de gemeente Lelystad

De gemeente Lelystad is aandeelhouder in afval- en energiebedrijf HVC. Hoewel zij slechts beperkt invloed heeft op de koers van het bedrijf, draagt zij wel financiële risico’s. HVC heeft een schuldenlast van ruim €611 miljoen. Lelystad staat garant voor circa €15 miljoen daarvan, terwijl daar jaarlijks slechts €141.929 aan garantievergoeding tegenover staat.
Eerder was afgesproken om deze garantstelling stapsgewijs af te bouwen, maar in werkelijkheid is zij juist toegenomen. De rekenkamer wijst erop dat de ontwikkeling van de garantstelling aanleiding kan zijn voor de Lelystadse gemeenteraad om de risico’s opnieuw in overweging te nemen.

Solvabiliteit: verschillende definities, verschillende inzichten

HVC rapporteert in haar jaarverslag over 2023 een eigen vermogen van circa €231 miljoen. Dit bedrag bestaat grotendeels uit ingehouden winsten, reserves en een klein bedrag aan gestort kapitaal. Inclusief circa €3,5 miljoen aan achtergestelde aandeelhoudersleningen komt HVC tot een solvabiliteit van 20,4%.
In gemeentelijke stukken wordt in dit verband ook een eigen vermogen van €53,8 miljoen genoemd. Dat sluit aan bij de striktere, meer risicogerichte benadering van de rekenkamer, waarin alleen het ‘harde’ vermogen meetelt dat zonder betrokkenheid van aandeelhouders beschikbaar is. Op basis daarvan komt de solvabiliteit uit op 8,1%.

Het verschil tussen beide cijfers is geen rekenfout, maar het gevolg van verschillende uitgangspunten. HVC gebruikt een brede definitie van eigen vermogen en dus ook een brede manier van berekenen. Daarbij telt het bedrijf onder meer ook winsten uit eerdere jaren en leningen van gemeenten mee als onderdeel van het eigen vermogen. De rekenkamer kiest bewust voor een voorzichtige benadering. Daarbij wordt alleen gekeken naar geld dat direct beschikbaar is, zonder dat gemeenten daar als aandeelhouder bij betrokken zijn. De bedragen die HVC meetelt horen formeel wel bij het eigen vermogen, maar in tijden van financiële tegenslag zijn die middelen niet altijd meteen inzetbaar. Ze kunnen bijvoorbeeld vastzitten in investeringen (zoals gebouwen of installaties) of zijn juist afkomstig van de aandeelhouders zelf. In geval van crisis kunnen de aandeelhouders dan toch risico lopen. Daarom laat de rekenkamer die posten buiten beschouwing. Ze vergroten het vermogen op papier, maar zeggen minder over de mate waarin het bedrijf tegen een stootje kan zónder extra inzet van de aandeelhouders.

Investeringen en afhankelijkheid

HVC investeert in grote projecten, zoals warmtenetten en installaties voor CO₂-afvang. Tegelijkertijd blijft het bedrijf sterk afhankelijk van afvalverbranding: een activiteit die volgens beleid van het Rijk juist moet worden afgebouwd. Dit spanningsveld leidt tot financiële onzekerheden voor de komende jaren.

Tarieven: aanleiding voor breder onderzoek

In eerdere rekenkameronderzoeken (2014 en 2017) is vastgesteld dat gemeenten destijds hogere verwerkingstarieven betaalden dan commerciële klanten. De rekenkamerbrief doet hierover geen nieuwe uitspraak. Wel wordt verwezen naar eerdere bevindingen als aanleiding om bij een mogelijke verlenging van het contract met HVC onafhankelijk marktonderzoek te laten uitvoeren naar verwerkingstarieven en voorwaarden.
Daarnaast zijn er signalen uit andere gemeenten — zoals het initiatief van VVD-fracties in Noord-Holland om marktanalyse te doen naar inzamelingstarieven — die de actualiteit van dit onderwerp onderstrepen. Hoewel dat initiatief zich richt op inzameling, laat het zien dat gemeenten op zoek zijn naar meer grip op hun kosten en dienstverlening.
Voor Lelystad kan het daarom zinvol zijn om in een marktanalyse zowel de inzameling als de verwerking te betrekken. Een mogelijke aanpak is om deze onderdelen gescheiden aan te besteden, indien dit kostenbesparing of kwaliteitsverbetering met zich meebrengt.

Onzekerheid over contractverlenging

In de evaluatie verbonden partijen, die op 25 februari 2025 in de raad is besproken, staat:

“Er is een lopende dienstverleningsovereenkomst (DVO) met afspraken tot 2026. Deze zal na evaluatie besproken worden en dan met 5 jaar verlengd worden in opdracht van de Raad.”

Als de samenwerking inderdaad al in mei 2024 is verlengd, roept dat vragen op over de manier waarop dit bestuurlijk is vastgelegd en over de informatievoorziening richting de raad. De rekenkamer doet daarover geen uitspraak, maar wijst op het belang van duidelijkheid. Het is aan het college om dit desgewenst op te helderen.
Deze discussie onderstreept het belang van een brede voorbereiding: niet alleen op de voorwaarden van verlenging, maar ook op mogelijke alternatieven in de manier van organiseren.

Over bronnen en cijfers

De rekenkamerbrief is gebaseerd op openbare, controleerbare bronnen zoals jaarverslagen, gemeentelijke evaluaties en eerdere rekenkameronderzoeken. Alle cijfers worden in de brief herleidbaar toegelicht.
De rekenkamer realiseert zich dat verschillen in (financiële) interpretatie tot discussie kunnen leiden. De brief is bedoeld om die discussie te voeden met feitelijke uitgangspunten en aandachtspunten voor de gemeenteraad, niet om tot eindoordelen te komen.

Slotopmerking

De rekenkamer vervult een onafhankelijke, door de Gemeentewet verankerde taak: het ondersteunen van de raad bij zijn controlerende en kaderstellende rol door onderzoek te doen naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid. Deze toelichting en de onderliggende brief passen binnen die taakopvatting: het bieden van inzicht op basis van bestaande informatie, gericht op een goed geïnformeerde besluitvorming en publieke verantwoording.

Berichtgeving in de media:

Cookie Policy

Deze site gebruikt cookies om ervoor te zorgen dat we u de best mogelijke ervaring geven.
Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om over de site te navigeren, of om te voorzien in door u aangevraagde faciliteiten.
Accepteer Strikt noodzakelijke cookies
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van uw voorkeuren.
Accepteer Functionaliteitscookies
Cookies van derden
Deze cookies worden gebruikt voor functionaliteiten van derden.
Accepteer Cookies van derden
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Accepteer Prestatiecookies
Meer weten...